Eén route, van aanvraag tot wonen
Een belangrijke stap is om dit proces op een gemakkelijke manier toegankelijk te maken. Zowel voor cliënten die een huurzorgovereenkomst tekenen als voor alle professionals die betrokken zijn bij dit proces. Zo wordt het hele traject duidelijk voor de cliënt: van urgentieaanvraag tot uitstroom en volledig zelfstandig wonen.
Bekijk hieronder welke stappen voor u relevant zijn
Fase 1 Urgentieaanvraag, Urgentieverlening en Woningmatching
1 - Afronding zorgtraject in instelling
Afronding zorgtraject in instelling:
Als het herstel van een cliënt vordert, komt het moment dichterbij dat de cliënt de zorginstelling kan verlaten om zelfstandig te gaan wonen. Dat wonen gebeurt dan met begeleiding van een zorgaanbieder. Die ondersteuning kan zo licht of intensief zijn als nodig is.
Als het zorgtraject in de instelling afloopt, houdt de zorgaanbieder er rekening mee dat het zo’n 6 weken duurt voordat Werk en Inkomen een garantstelling kan afgeven voor de eerste maand huur.
Voorwaarden:
- Goed herstel cliënt
- Stabiel inkomen
- Bij schulden is een regeling bij de gemeente (Kredietbank Rotterdam) verplicht. Dit kan zijn in de vorm van budgetbeheer, schulddienstverlening of via bewindvoering. Andere betalingsregelingen mogen niet. In het geval van een andere budgetbeheerder moet deze de regeling overdragen aan de Kredietbank Rotterdam. DUO-schulden worden pas meegeteld als het aflossen begint.
- Inschrijving bij WoonnetRijnmond
Laatst gewijzigd op 31-07-2024
2 - Aanvraag voorrangsregeling huisvesting
Aanvraag voorrangsregeling huisvesting:
Cliënt en zorgbegeleider dienen een aanvraag in via het portaal van Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond (SUWR). Ze gebruiken daarvoor het rapportageformulier ‘Doorstroming vanuit opvang en woonzorgvoorzieningen’ en sturen mee: een inkomensverklaring van de Belastingdienst, kopie identiteitsbewijs en de laatste 3 loonstroken van de cliënt/het gezin.
Gaat het om iemand die in tijdelijke opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld zit? Dan gebruiken de aanvragers het Rapportageformulier 'Uitstroom uit voorziening voor tijdelijke opvang i.v.m. huiselijk geweld'.
Cliënten die naar een woning buiten Rotterdam moeten verhuizen omdat dit aantoonbaar goed is voor hun herstel (bijv. de noodzaak voor een prikkelarme omgeving), kunnen een gewone aanvraag voor een urgentieverklaring indienen bij SUWR. Hiermee kunnen ze in de hele regio reageren op woningen. SUWR verleent maximaal 100 keer per jaar ’een urgentieverklaring voor cliënten die buiten Rotterdam moeten verhuizen. De gemeente controleert of deze cliënten echt niet op een woning in Rotterdam reageren.
Voorwaarden:
- Direct voordat de cliënt in de zorginstelling kwam, woonde hij/zij/hen in het werkgebied van SUWR. Dat is: Rotterdam, Maassluis, Vlaardingen, Schiedam en Capelle aan den IJssel. In uitzonderlijke situaties kunnen clienten die afkomstig zijn van buiten de woningmarktregio Rotterdam die om een of andere reden niet kunnen terugkeren naar de gemeenten waar ze voorheen woonden een voorrangsregeling aanvragen.Slachtoffers van huiselijk geweld die verblijven in Blijf-van-mijn-lijfhuizen (ook wel: Oranje Huizen) hoeven uit veiligheidsoverwegingen niet per se gebonden te zijn aan de regio.
- De zorgaanbieder moet gecontracteerd zijn door de gemeente waar de cliënt moet gaan wonen. De gemeente onderzoekt of zij met regiogemeenten afspraken kan maken over de overdracht van cliënten naar andere zorgaanbieders.
- De aanvragers moeten het formulier van SUWR zorgvuldig en goed invullen. Daarbij moeten ze goed uitleggen welke doelen ze al behaald hebben en welke nog behaald moeten worden.
- Alleen als er een aannemelijk en aantoonbaar risico is dat de cliënt terugvalt of als daarvoor een medische noodzaak is, kan de zorgaanbieder eisen aan de woning stellen en hiervoor een verzoek indienen bij SUWR. Maar dat gebeurt alleen in zeer bijzondere gevallen. Zulke eisen hebben invloed op de wachttijd voor een woning, omdat die het moeilijker kunnen maken om een geschikte woning te vinden.
- Ook moet de cliënt te maken hebben gehad met complexe problemen waardoor hij/zij/hen de woonplek moest verlaten. En opgenomen moest worden in een zorgtraject om terug te kunnen keren in de samenleving (resocialisatie). Belangrijke informatie is verder de naam van de begeleider, inclusief contactgegevens. Verandert de begeleider tussendoor, of is er een wisseling van zorgaanbieder, dan moet dit aan SUWR worden doorgegeven per e-mail: info-club1route@suwr.nl.
3 - Onderzoek voorrangsregeling
Onderzoek voorrangsregeling:
SUWR onderzoekt binnen vijf werkdagen of de cliënt in aanmerking komt voor de voorrangsregeling. Dit onderzoek gebeurt via het rapportageformulier, de geschiedenis van het hulpverleningstraject, de woongeschiedenis van de cliënt en de basisregistratie personen. Ook is er een gesprek tussen SUWR, de cliënt en de zorgaanbieder.
4 - Besluit op de voorrangsregeling
Besluit op de voorrangsregeling:
SUWR gaat na of de aanvraag klopt met wet- en regelgeving. Ook beoordeelt SUWR de situatie van de cliënt onder andere op leeftijd, registratie in het regionaal vangnet, wettige verblijfsstatus, registratie bij de gemeente en jaarinkomen. Als de SUWR dit alles positief beoordeelt, krijgt de cliënt het besluit ‘directe bemiddeling-huurzorgcontract’. In dit besluit staat voor welke soort woningen, het aantal slaapkamers en huurprijs een woningcorporatie de cliënt met voorrang bemiddelt. Cliënten hebben geen voorrang als zij zelf zoeken op WoonnetRijnmond.
5 - Altijd een huurzorgovereenkomst
Altijd een huurzorgovereenkomst
Als een cliënt met inschrijving bij WoonnetRijnmond zelf reageert op bijvoorbeeld lotingwoningen, dan kan de corporatie niet weigeren als diegene bovenaan de lijst staat. Wel gaat de corporatie na of iemand een besluit ‘directe bemiddeling-huurzorgcontract’ heeft gekregen. Dan biedt de corporatie de cliënt altijd alsnog een huurzorgovereenkomst aan.
6 - Herziening bij afwijzing
Herziening bij afwijzing:
Als SUWR de aanvraag voor een voorrangsregeling afwijst, kunnen de cliënt en zorgaanbieder binnen zes weken na dit besluit herziening aanvragen op basis van aanvullende informatie. Herziening kan trouwens meestal voorkomen worden door meteen bij de aanvraag alle noodzakelijke informatie mee te sturen en goed en uitgebreid te rapporteren.
7 - Bezwaar bij afwijzing verzoek om herziening
Bezwaar bij afwijzing verzoek om herziening:
Als SUWR ook na aanvraag om een herziening geen voorrangsregeling geeft, dan kunnen de zorgaanbieder/de cliënt (of diens advocaat) bezwaar indienen bij:
Gemeente Rotterdam, Bestuurs- en Concernondersteuning, afdeling Juridische Diensten, Postbus 1011, 3000 BA Rotterdam
Dat moet binnen 6 weken na de besluitdatum. Dat is de datum van het eerder afgeven besluit, dus niet de datum van de afwijzing van het herzieningsverzoek. Als het bezwaar te laat wordt ingediend - dus niet binnen 6 weken na de besluitdatum - dan is het bezwaar niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de inhoud niet wordt behandeld.
8 - Wachttijd woningaanbod
Wachttijd woningaanbod:
Standaard bieden woningcorporaties binnen 3 maanden na het afgeven van de urgentieverklaring een woning aan. Dit aanbod gebeurt maar één keer. Het aanbod moet voldoen aan de eisen die SUWR heeft beschreven in het besluit van de voorrangsregeling. Het gaat hierbij niet om woonwensen.
9 - De echte tijd dat de cliënt een woning krijgt aangeboden
De echte tijd dat de cliënt een woning krijgt aangeboden:
Hoewel de woningcorporatie meestal binnen 3 maanden een woning aanbiedt, houdt de zorgaanbieder zijn cliënt op de hoogte over hoe lang dat in de praktijk gaat duren. Dit is afhankelijk van de eisen die eventueel zijn gesteld aan het woningtype of de wijk waardoor het vinden van een geschikte woning langer duurt. Zo blijven de verwachtingen van de cliënt reëel. De gemeente volgt onder andere de wachttijden via de HKD-monitor, de monitor Huisvesting Kwetsbare Doelgroepen en informeert via overleggen de woningcorporaties en zorgaanbieders over de gemiddelde wachttijd.
Fase 2 Wonen met begeleiding via huurzorgovereenkomst voor bepaalde tijd
10 - Afsluiten huurzorgovereenkomst en woonbegeleidingsovereenkomst
Afsluiten huurzorgovereenkomst en woonbegeleidingsovereenkomst:
Als de cliënt de aangeboden woning accepteert, sluit deze met de woningcorporatie een huurzorgovereenkomst en met de zorgaanbieder een woonbegeleidingsovereenkomst af. Deze overeenkomsten duren standaard 1 jaar.
Laatst gewijzigd op 30-07-2024
Laatst gewijzigd op 30-07-2024
11 - Tijdige aanvraag (her)indicatie
Tijdige aanvraag (her)indicatie:
Bij het overgaan naar zelfstandig wonen is het denkbaar dat de ondersteuningsbehoefte van de client wijzigt. De begeleider dient om die reden op tijd een (her)indicatie aan te vragen bij de Wmo-adviseur. Dit biedt gelijk de kans om ervoor te zorgen dat de duur van de Wmo-indicatie gelijk loopt met de duur van de huurzorgovereenkomst.
12 - Kennismakingsgesprek
Kennismakingsgesprek:
Voordat de cliënt de sleutel van de woning krijgt, is er een kennismakingsgesprek. Dan bespreken de verhuurder, de cliënt, de zorgaanbieder en de wijk- of sociaal beheerder wat zij verwachten van ‘goed huurderschap’. Ook bespreken ze de voorwaarden die horen bij het verlengen, beëindigen of ‘omklappen’ van de huurzorgovereenkomst. ‘Omklappen’ betekent dat de huurzorgovereenkomst na een bepaalde tijd wordt omgezet in een gewoon huurcontract. Ook bespreken ze met de cliënt wat de zorgaanbieder doet en wat de woningcorporatie.
Laatst gewijzigd op 31-07-2024
13 - Regelzaken bij nieuwe woning
Regelzaken bij nieuwe woning:
Om ervoor te zorgen dat de cliënt een goede start maakt in de zelfstandige woning, regelen de zorgaanbieder en de cliënt belangrijke zaken. Denk aan het afsluiten van een WA-verzekering, het inrichten van de woning en het inschrijven bij nutsvoorzieningen, zoals water, gas en elektra.
14 - Begeleiding zorgaanbieder
Begeleiding zorgaanbieder:
De zorgaanbieder helpt de cliënt om vaak voorkomende valkuilen te vermijden, zoals eenzaamheid en isolement. De zorgaanbieder helpt de cliënt met het benutten van het sociale aanbod van partners in de wijk die een goede landing in de wijk bevorderen. De begeleiding van de zorgaanbieder vindt zoveel mogelijk plaats in de woning van de cliënt.
15 - Beoordeling omzetting naar gewoon huurcontract
Beoordeling omzetting naar gewoon huurcontract:
3 en 9 maanden nadat de huurzorgovereenkomst is ondertekend, bespreken de cliënt, de zorgaanbieder en de woningcorporatie hoe het gaat. De woningcorporatie plant deze afspraken in. In de gesprekken gaat het over de uitvoering van de huurzorgovereenkomst. Ook beoordelen de deelnemers of een contract kan worden omgezet in een gewoon huurcontract. Wordt de huurzorgovereenkomst verlengd, dan spreken ze af hoe vaak zij in het tweede jaar evalueren.
Als de zorgaanbieder en de woningcorporatie bij de eerste evaluatie samen de inschatting dat het goed gaat met de cliënt in de woning, dan kunnen zij samen besluiten om de laatste evaluatie telefonisch of digitaal te doen.
Uiteraard zoeken de woningcorporatie en de zorgaanbieder tussendoor proactief contact met elkaar als de situatie daar om vraagt.
16 - Voorwaarden voor omzetting naar gewoon huurcontract
Voorwaarden voor omzetting naar gewoon huurcontract:
De huurzorgovereenkomst duurt standaard 1 jaar. Daarna zet de corporatie de overeenkomst om in een gewoon huurcontract. Voorwaarde is wel dat de doelstellingen op woongebied zijn behaald. Het eventueel doorlopen van de zorgbegeleiding na dat jaar heeft daar geen invloed op.
Voorwaarden zijn verder dat:
- Er geen betalingsachterstand is op de huur. Of dat een eventuele huurachterstand via een betalingsregeling onder controle is.
- De huurder de verplichtingen in de woonbegeleidingsovereenkomst is nagekomen.
- Er bij de woningcorporatie geen openstaand dossier is met overlastmeldingen op het gehuurde adres.
- De woning er netjes en bewoond uitziet. En minstens vloerbedekking en gordijnen heeft.
17 - Verlenging huurzorgovereenkomst
Verlenging huurzorgovereenkomst:
Als de huurder niet aan een of meer van bovenstaande voorwaarden voldoet, dan verlengt de corporatie de huurzorgovereenkomst nog één keer met 1 jaar. De huurder, woningcorporatie en zorgaanbieders maken dan afspraken over de evaluatie.
18 - Beëindiging huurzorgovereenkomst
Beëindiging huurzorgovereenkomst:
Blijkt dat de cliënt toch niet zelfstandig kan wonen, dan beëindigt de corporatie de huurzorgovereenkomst. Denk daarbij bijvoorbeeld aan (langdurige) opname in een kliniek of detentie. En ook als de woningcorporatie en/of de zorgaanbieder vinden dat de huurder de huurzorgovereenkomst niet nakomt. Dan neemt de zorgaanbieder contact op met de gemeente om te bespreken wat er nu moet gebeuren.
19 - Onenigheid in de samenwerking
Onenigheid in de samenwerking:
Bij onenigheid tussen de corporatie en de zorgaanbieder – bijvoorbeeld over het wel of niet omzetten van de huurzorgovereenkomst of over andere werkafspraken rond een cliënt – dan bespreken ze dat eerst in de eigen organisatie. Zorgt dat niet voor een oplossing, dan nemen ze contact op met de gemeente (Team (z)Onderdak: zonderdakmo@rotterdam.nl).
20 - Archivering van evaluaties
Archivering van evaluaties:
De zorgaanbieder én de woningcorporatie archiveren beide de evaluaties. Dat gebeurt totdat de huurzorgovereenkomst wordt omgezet naar een gewoon huurcontract of beëindigd. Zo kunnen de partijen de informatie gebruiken bij besluiten over het omzetten, verlengen of beëindigen van de overeenkomst.
Fase 3 Na afloop van de huurzorgovereenkomst
21 - Eventuele voortzetting zorg
Eventuele voortzetting zorg:
Loopt de huurzorgovereenkomst af, dan kan de zorgaanbieder de begeleiding van de cliënt als dat nodig is voortzetten. Dan gaat het om ondersteuning op andere terreinen dan op het gebied van woonvaardigheden.